Roeiwoordenboek

A

Aanhaalhoogte

  De hoogte waarop de hendels naar de borst worden toegetrokken. Lees verder: Aanhaalhoogte oefenen.

Aanhalen

  Het laatste stukje van de haal.

Aankondigingscommando

  Commando waarbij de stuur aankondigt dat er zo direct iets moet gebeuren. Lees verder: Aankondigingscommando.

Aanleggen

  De boot vanuit het water naar de vlotrand brengen. Lees verder: Aanleggen.

Aanlegvlak

  Plek op de dol waar de platte kant van de riem tegenaan ligt.

Aanrijden

  Het laatste stukje rijden vlak voor de inpik.

Aanroepen

  Bij dreigende aanvaring roepen naar de bemanning van een andere boot, door het boottype te noemen (bijvoorbeeld: twee-zonder, acht etc.) om de aandacht van de bemanning van die boot te trekken.

Aanzwellende haal

  Een verouderde visie op de roeihaal waarbij de hendel(s) met een steeds toenemende snelheid naar de roeier toe worden getrokken en het accent van de haal op het tweede gedeelte ligt.

Achter het werk afstand

  Afstelbegrip. De afstand gemeten in de lengterichting van de boot tussen het hart van de dolpen en de achterzijde van het bankje wanneer de roeier met gestrekte benen zit. Lees verder: Achter het werk afstand.

Achterdek

  Taft of dek aan de achterzijde van de boot.

Achterpunt

  Het puntje aan de achterzijde van de boot. Zie ook voorpunt: (V).

Achtersteven

  Schuin naar achter lopend plat vlak aan de achterzijde van een boot waaraan het roer is bevestigd.

Achterstops

  Kunststof of houten blokjes die voorkomen dat het bankje van de slidings afrijdt. De achterstops zitten het verst van het voetenbord vandaan.

Adding rowers

  Roei-oefening waarbij steeds meer roeiers gaan meeroeien. Lees verder: Adding rowers.

Aerobe capaciteit

  Trainingsvorm gericht op het verhogen van de aerobe capaciteit. Lees verder: Olbrecht – Aerobe capaciteit.

Aeroob vermogen

  Trainingsvorm gericht op het verhogen van het aeroob vermogen. Lees verder: Olbrecht – Aeroob vermogen.

Afriggeren

  Het er af halen van de riggers van een boot ten behoeve van transport van de boot. Zie ook opriggeren: (O).

Afroeien

  Het voorroeien voor een commissie (afroei- of proevencommissie) om te laten zien dat de roeier veilig en goed in de boot kan roeien.

Afstand in minimaal aantal halen

  Roei-oefening waarbij een afstand in zo min mogelijk halen wordt afgelegd. Lees verder: Afstand in minimaal aantal halen.

Afstellen

  Er met gereedschap voor zorgen dat de boot een goede afstelling heeft. Lees verder: Afstellen.

Afstelling

  De positie en hoek van dol, slidings en kraag ten opzichte van elkaar en de boot. Een goede afstelling maakt dat de boot lekker en snel roeit.

Afsturen

  Het sturen van een boot voor een commissie (afroei- of proevencommissie) om te laten zien dat de stuurman de stuurkunst beheerst en het materiaal veilig terug kan brengen.

Aligneur

  Bij roeiwedstrijden de functionaris die ervoor zorgt dat de ploegen bij de start exact op één lijn naast elkaar liggen.

Anaërobe capaciteit

  Trainingsvorm gericht op het verhogen van de anaërobe capaciteit. Lees verder: Olbrecht – Anaërobe capaciteit.

Anaëroob vermogen

  Trainingsvorm gericht op het verhogen van het anaëroob vermogen. Lees verder: Olbrecht – Anaëroob vermogen.

Appeltaart met slagroom syndroom

  Roeifout waarbij er te langzaam wordt opgereden. Lees verder: Appeltaart met slagroom syndroom.

Australische haal

  Roeibeweging voor Olympische roeiers, waarbij na de uitpik gestopt wordt en versneld wordt opgereden. Lees verder: Australische haal.

Z
B
© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman