Oefenvormen

Oefeningen


Trainingsmiddelen

Ergometer
Roeibak

Hulpmiddelen

Balansplankje
Hendelsimulator
Planeerrem
Snelheidsslangetje
Inpikrietje

Hendel

Boordroeien: binnenhand los
Boordroeien: buitenhand los
Vingeroefeningen

Uitpik

Soppen uitpik
Ongedraaid blad (ongeklipt blad)
Wegzetdiepte oefenen
Skiffen: uitpikvariatie
Roeien met losse voeten

Recover

Aantal halen watervrij
Twee keer klippen
Bladvlucht variaties
Dynamisch uitlengen
Inbuigen variëren
Rompsmijten

Inpik

Strijkhaal
Soppen inpik
Roeien met 3x inpikken

Haal

Pimenoven
Haalvolgorde oefenen
Beentrap oefenen
Romproeien
Bladhoogte variëren
Rompzwaai variëren
Aanhaalhoogte oefenen

Bootbeheersing

3 vol, 3 spoel
Afstand in minimaal aantal halen
Boot over één boord leggen
Omgekeerde pyramide
Hoogspoelen
Roeien met accenten
Slagklaar maken bij de uitpik
Stopjes maken (easy all)
Uitlengen
Wegwerp wegzet

Ploeg

Adding rowers
Drijfhaal
Met de ogen dicht roeien
Slag tegen ploeg
Tubben
Boordenslag

Conditioneel

Tien kleine kaboutertjes
Krachtvariatie
Piramidetraining
Steigerung
Tempotraining
Tempovariatie

Een groep roeiers

Roeitraining met een groep

Om de tekst leesbaar te houden, is overal de mannelijke aanspreekvorm gehanteerd. Elke oefening wordt met de volgende vaste indeling omschreven:

Oefen: Wat is precies de oefening, hoe wordt hij gedaan.
Type: Is het een klassieke, cybernetische of motorische oefening.
Doel: Waarom wordt deze oefening gedaan.
Focus: Waar moet de roeier op letten: wat moet hij horen, zien of voelen wanneer hij de oefening uitvoert.
Transfer: Hoe zorg je ervoor dat het geleerde overgedragen wordt naar de reguliere haal. Staat er niets beschreven, dan moet de reguliere haal met dezelfde focus als die in de oefening worden uitgevoerd.
Variatie: Welke varianten van de oefening zijn er?
Maken: Indien het een hulpmiddel is, hoe maak je dat hulpmiddel.
© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman