Roeiwoordenboek

I

Inbuigen

  Door een kanteling van het bekken vanuit de heupen de rug naar voren brengen (na het wegzetten en voor het oprijden).

Inbuigen variëren

  Roei-oefening om te leren hoe er goed kan worden ingebogen. Lees verder: Inbuigen variëren.

Individuele fout

  Roeifouten gemaakt door individuele roeiers. Lees verder: Individuele fout.

Ineengedoken zitten

  Roeifout waarbij de roeier ineengedoken zit. Lees verder: Ineengedoken zitten.

Inkorten

  De haal korter maken. Dit wordt vaak gedaan door de rug voor de inpik iets minder in te buigen. Zie ook uitlengen: (U).

Inpik

  De beweging waarmee het blad van de riem in het water gebracht wordt. Lees verder: Inpik.

Inpikrietje

  Hulpmiddel om er voor te zorgen dat de inpik ver(der) van de roeier af is. Lees verder: Inpikrietje.

Instapplankje

  Zie voetenplankje: (V).

Intensieve duur

  Trainingsvorm gericht op het vasthouden van de aangeleerde roeitechniek bij hogere tempi en grotere vermoeidheid. Lees verder: Klassiek – Intensieve duur.

Intervaltraining

  Trainingsvorm waarbij hoge intensiteit en rust elkaar afwisselen. Lees verder: Klassiek – Intervaltraining.

Interventie (ingreep)

  Een doelbewuste, weldoordachte en vaak volgens een stappenplan (protocol) uitgevoerde, ingreep van de coach, die tot doel heeft om roeiers beter te leren roeien. Lees verder: Oplossing aanbieden.

Intrekken (riemen)

  De riemen naar binnen trekken, zodat de totale breedte van de boot smaller wordt. Lees verder: Intrekken (riemen).

H
J
© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman